A l l e m a a l
Meisjes met gekleurde jurken met kanten sluiers en gouden ringen door hun neuzen. Mannen met geruite rokken en vreemde blaasinstrumenten onder hun snorren. Mensen met veren, bloemen of gel in hun haren. Piramides en kathedralen, torentjes als snoepgoed en bontmutsen en belletjes en geitjes en uitstekende botten of boten en boterbloemen…Maar ook karavanen en caravans, arrensleeën, sleepwagens en treinwagons. En allemaal verschillende soorten wegen van kiezelstenen en bruggen en kinderkoppen en zand, snippers, lava of modder ra ra… langs dierentuinen vol zebra’s, zebra’s vol luizen en via sluiproutes naar golfbanen. Helikopters vliegen over toeristen en torens en theetuinen en trambanen. En mannen met baarden die zich verstoppen in grotten, in ruines, in bergen, dozen of paleizen. Geschrokken, gezien, gewond of gezocht en vrouwen met baby’s op hun rug, in hun buik, aan hun borst. En schalen vol parels, kristallen en olijven. En vogels die vliegen met grote bogen, met bochten, met spurten. Circustenten en citroenen en bankdirecteuren en honderden boerderijen. Koffers en kruiwagens en kevertjes tussen het gras. Bedelaars aan de kant van de weg, auto’s met pech, zweetdruppels en dauwdruppels, bloeddruppels en laatste en eerste druppels. En meren en sloten en reigers en andere reizigers. En bloemen in velden, in de sneeuw, op papier en bloemen vanbinnen. Rozen met doornen en verhalen van Doornroosje en vleermuizen en tovenaars en dreigementen van goden met boze stemmen en appels. Heerlijke appels met pitten en bananen en kokos en dadels en droge vruchten, van krenten en kastanjes. En bloemkool en bieten en blozende blije broze bloesems in grove mannenhanden met behaarde polsen en zóveel verschillende handen, met rimpels en aderen en sneeën en kieren en openingen en wondjes en nagels en littekens en moedervlekken en ringen met letters. Zo veel letters en verschillende woorden en talen en tekens. Zo veel boeken en bibliotheken en bankjes en computers en pijn in je nek van het typen en kijken en proberen. Zo veel proberen, zoveel pogingen, zoveel wensen en vragen en zo veel verschillende soorten benen die struikelen en vallen en kletteren op de grond. En zo veel dingen van dichtbij die je niet gezien hebt: Houten stoelen die de hele dag staan en dragen en tillen, kwasten in potten, stofjes onder het bed en doosjes lucifers in de kast. Schimmels op kazen, op voeten en witte paarden in stallen. Boodschappenlijstjes in de goot en in gedachten, hoofden vol brieven en koningen denkend wandelend over een veld en coniferen en libelles en nog meer bladeren in de wind. Presidenten in slaap, met handen onder het hoofd gevouwen, buurmannen en vrouwen in elkaar gekropen met gevoelens ertussen en briefjes tussen boeken en ezelsoren in boeken en ezels met bagage beladen. Ezels aan de randen van de woestijn, ezels op marktpleinen en daar de gesprekken met zo veel verschillende vragen van wat eten we vanavond? Hoeveel kost dat? Wie woont daar? Besta ik? En niet te vergeten de vissen die zich zeer weet ik wat afvragen, diep in de zee waar walvissen hoge tonen slaken, waar haaien zeehonden verslinden, waar zebravissen tussen het koraal zwemmen. En en en wat nog meer? Veel meer, veel en veel meer. Ook nog duizenden gevoelens en twijfels van mensen met ogen vol tranen en lenzen en vragen, miljoenen harten die kloppen en drummers die trommelen en roffelen. Moeders en martelaars en moerassen vol toevallig verdronken dieren en vlinders die ontpoppen en honden die blaffen en braken en baren en poezen in de regen en afgesloten wegen en…